Voor antifouling is het heel belangrijk om de voorgeschreven laagdikte aan te houden, omdat deze bepalend is om de aankomende dokperiode met minder risico op aangroei te kunnen overbruggen. Om te kunnen vaststellen of men de voorgeschreven laagdikte heeft aangebracht, kan men tijdens applicatie gebruik maken van een natte laagdiktemeter, het zogenaamde “kammetje”. Dit kammetje beschikt over tandjes met verschillende lengtes. De buitenste tandjes (standvoeten) zijn van dezelfde lengte zodat ze als basis kunnen fungeren bij het meten van de laagdikte. De natte laagdikte wordt afgelezen waar de scheiding ligt tussen de laatst natte en eerst droge tand zichtbaar is.
Als in een verfsyteem een droge laagdikte wordt geadviseerd, dan kan met behulp van de volgende formule de natte laagdikte worden berekend.
Droge laagdikte
---------------------- x 100 = Natte laagdikte
Volumevast%
Voorbeeld: Het product Bannoh 1500 R Z heeft een volumevastpercentage van 64% en de voorgeschreven droge laagdikte is 75 micron.
75
---------- x 100 = 117 micron
64
De gemeten natte laagdikte moet dus 117 micron zijn om een droge laagdikte van 75 micron te behalen.